Klokkenstoel 0000.0011

 

 Literatuur

 

- Haslinghuis, E.J. & H. Janse, Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie. Leiden (Primavera Pers), 19973e druk, sterk uitgebreid [644 blz. ISBN 90.74310.33.8]. Hierin o.a.: blz. {261, 262: "Klokkenstoel"}, 66-67 ("Belfort, belfroot (M.f. belfroy, M.L. belfredus, Middelhoogduits bercvrît): 1. hoge m.e. toren, afzonderlijk staand of verbonden met een stadhuis of stedelijke markthal, waarin de stadsklokken (in het bijzonder de banklok) waren opgehangen. [...] 2. klokkenstoel, houten gebintenstelsel, waarin luiklokken zijn opgehangen. Geplaatst in toren of losstaand op een kerkhof [...]". Voor de eerste betekenis: zie ^Belfort)

- Kooij, B, "De klokken en de klokkenstoel uit de Hervormde kerk te Epe". In: Bulletin Stichting Oude Gelderse Kerken [ISSN 1386.6427], 1997-voorjaarsnummer, (jrg. 23), blz. 15-23

- Geuns, S. van, Klokken en klokkenstoelen in de Utrechtse Jacobitoren. Deel in de serie 'Steengoed', nr 31. Utrecht (U­trechts Monumenten­fonds), 2001. [31 blz. ISBN 1383.0279].

- Noël, Pierre, Technologie de la pierre de taille. Dictionnaire des termes couramment employés dans l'extraction, l'emploi et la conservation de la pierre de taille. Paris (SEBTP), 19942e druk/1e druk 1965. [375 blz. ISBN 2.903.248.65.6]. Hierin: "Beffroi", blz. 62

- Scheltema, P.H., Practisch Handboek voor Bouwkundigen en Ambachtslieden, omvattende nagenoeg alle, bij de uitvoering van bouwwerken, voorkomende werkzaamheden, gereedschappen, materialen en hulpmiddelen. Alphabetisch gerangschikt, beschreven, verklaard en door talrijke afbeeldingen nader toegelicht (Naar G.A. Smit, geheel opnieuw bewerkt en belangrijk uitgebreid door P.H. Scheltema). Rotterdam (D. Bolle), z.j. [874 blz. ISBN -]. Hierin "Klokkestoelen": blz. 414-417